Mijn eerste zwangerschap en bevalling maakten mij tot moeder. Na de geboorte van mijn zoon voelde ik een magisch verbond met alle vrouwen over de hele wereld die ook een kindje hadden gekregen. Onuitgesproken verbonden. Weet hebben van wat je als zwangere vrouw en moeder geeft en ervaart om een kindje te krijgen.
Toen ik zwanger was als draagmoeder, wilde ik graag de wensmoeder onderdeel maken van dat magische verbond. Zij zou via mij moeder worden van een zoon. Niet alleen ons kind, maar ook wij zouden verbonden zijn voor het leven. Door liefde verbonden.
Ik heb het wellicht te sprookjesachtig bedacht. ‘We leefden nog lang en gelukkig.’ Maar zo ging het niet. Nog steeds weet ik niet helemaal hoe het zit. Is er zoiets als moederconcurrentie met de draagmoeder? Zo snel als mogelijk de enige moeder willen zijn van het kindje? Of gauw willen hechten? Iets waar je als biologische moeder niet over nadenkt, maar wat gewoon gebeurt en groeit.
De enige willen zijn
Ik weet niet of de term moederconcurrentie officieel bestaat. Toch lees ik regelmatig dat wensouders graag een constructie willen waarbij zij de enige ouders zijn van het kindje. Waarbij de draagmoeder geen relatie heeft met het kindje. Er worden ingewikkelde constructies bedacht om zogenaamd de ‘enige moeder’ te kunnen zijn van het kindje, zonder dit kindje zelf het leven te hebben gegeven. En blijkbaar ook graag de enige ouders. Vanuit de sprookjesachtige gedachte dat we er van allebei maar één hebben.
Het past niet bij deze prestatie
Een kindje krijgen via een draagmoeder is voor een aantal wensouders de enige overgebleven mogelijkheid om ouder te worden van een kindje. Zonder de zo gewenste zwangerschap, bevalling en zonder de trots over je grensverleggende prestatie. Maar het ontvangen van een kindje dat biologisch is verbonden met een andere moeder en dat ontvangen als jouw kind, is net zo goed grensverleggend. Net zoals dat het dragen, het geven van leven en het kindje loslaten ook grensverleggend is. Moederconcurrentie past niet bij deze ultieme prestatie.
Elkaar het moederschap gunnen
En: ook het kindje in kwestie heeft niets aan twee concurrerende moeders. Oneindige liefde van meer dan een moeder is helpend. Moederconcurrentie niet. Als je kiest voor de bijzondere constructie om via een draagmoeder een kindje te krijgen, accepteer dan dat er nog een moeder is. Een moeder die het jou gunt om moeder te worden. Een moeder die jou niets afneemt, maar die je juist iets geeft. Een moeder die erkend wil worden zonder concurrentiegedachten.
En ja, er is angst in het spel. Zowel bij de wensmoeder als bij de draagmoeder. Maar laten we zorgen dat angst niet de raadgever wordt. Want daar wordt niemand beter van, de kinderen in kwestie al helemaal niet.